maandag 5 september 2011

Reisverslag Kroatië: van Dubrovnik naar Zagreb


OK, dames en heren, met de bus gaan we nu richting het noorden van Kroatië en zullen de Adriatische kustlijn volgen. We passeren eerst de nieuwe haven van Dubrovnik waar je typische Kroatische boten en de cruiseschepen ziet liggen. Eerst rijden we over de “Franjo Tudjman” brug. Tudjman schopte het nog voor zijn dertigste tot generaal in Tito’s volksleger. Tudjman bleef echter altijd een Kroatisch nationalist en ijverde in de jaren zestig en zeventig al voor een autonomer Kroatië. In 1991 werd hij tot eerste president van het onafhankelijk Kroatië gekozen, vooral omdat hij zich de grootste voorvechter van die onafhankelijkheid had getoond. Hij overleed eind 1999. Deze grote brug hier in Dubrovnik heeft zijn naam gekregen.

Vervolgens kronkelt de baan zich rond de verschillende baaien. De route is op sommige plaatsen wel adembenemend mooi. Op sommige plaatsen zie je stroken van ruige rotskliffen. Ik zie groene stukken, maar ook dorre stukken langs de weg. Sommige huizen zijn gebouwd tegen de steile rotswanden. Op de verschillende huizen zie je op de daken schotelantennes of soms ook nog de oude antennes. De meeste huizen zijn bepleisterd aan de buitenkant en sommige zijn dan nog verder met een kleur geverfd. De meeste toeristen zitten in appartementen of huren kamers, omdat er hier niet veel hotels zijn. We kunnen wel onderweg het Radisson hotel zien. De toeristen moeten hun voorraad voedsel binnenhalen en opslaan zoals bij de kamelen. In de baaien langs de Adriatische kust zien we weinig zandstranden, veeleer kiezelstranden.

We kunnen ook verschillende eilanden zien liggen in de zee, waaronder de Elafiti eilanden. Sommige eilanden zijn bewoond, andere niet. Langs de rijweg zie je borden met vallende stenen van de bergwand. Op sommige plaatsen hebben ze langs de bergflanken een ijzeren vangnet gespannen voor de veiligheid, met onderaan verschillende gewichten vastgemaakt. Toch zie je langs deze weg regelmatig grafstenen met bloemen van mensen die op deze weg verongelukt zijn.

Eerst passeren we het dorp Trsteno en vervolgens het dorp Slano. In Trsteno kan je 2 bomen zien die meer dan 400 jaar oud zijn en hier kan je ook een botanisch tuin vinden. In het dorp Slano kunnen we een kerk zien. Slano is afkomstig van Sale en betekend zout. In deze baai werd vroeger het zout verhandeld. Het zout kwam van het nabijgelegen Ston, welke we bij de terugreis gaan bezoeken. Vroeger werden de mensen betaald met zout. Nu weet je waarom wij van salaris spreken en waarvan het woord salaris afkomstig is.

Nadien zien we in de verte een muur over de bergen lopen. Daar bevindt zich het dorp Ston. Men noemt dit ook wel de Chinese muur van Europa. Je kan hier in de baai ook vaten naast elkaar zien liggen. Dit dient voor het kweken van mosselen en oesters. Het kweken van oesters in deze baai duurt 3 jaar, van mosselen duurt dit 1 jaar. Er is hier weinig verschil tussen eb en vloed, wat het kweken van oesters en mosselen bevorderd.

Vervolgens komen we aan een grenspost of controlepost. We passeren nu de grens met Bosnië-Herzegovina. De Kroaat Tito, het staatshoofd van het Joegoslavië na de oorlog, heeft de republiek in 6 deelgebieden verdeeld. In 1945 kreeg de deelstaat Bosnië-Herzegovina een klein stukje kust van Tito cadeau, nog geen 10 km breed. Bosnië-Herzegovina had daarmee toegang tot de zee. Eigenlijk is dit weggeschonken ter verdediging van Dubrovnik. Hierdoor ontstond er een merkwaardige staatskundige situatie na het uiteenvallen van Joegoslavië. Kroatië wordt door het stukje Bosnische kust in 2 stukken gedeeld. De Kroaten zijn daar niet zo blij mee en bouwen nu een brug over het water van het vasteland naar het schiereiland Peljesac, zodat je dan richting Dubrovnik kan rijden zonder de grens te hoeven passeren. Je merkt hier dat er nauwelijks controle is aan deze grenspost en dat de paspoorten niet nagekeken worden. De douaneambtenaren zwaaien een keer dat we mogen doorrijden.

In dit stuk Bosnië-Herzegovina langs de kustweg zie je veel hotels en appartementen. Als de brug er zal zijn, zou dit kunnen betekenen dat er minder inkomsten zullen zijn voor de shops en restaurants hier in dit stukje Bosnië-Herzegovina, waar er nu veel bussen met toeristen stoppen.

Kroatië is ingedeeld in 21 regio’s of provincies. Langs de kust zijn ze gemiddeld groter dan in het binnenland. In Kroatië wonen ruim 4,3 miljoen mensen.

Nabij het dorp Klek zien we vrijgemaakte vlaktes tegen de bergflanken. Hier start men nieuwe projecten voor het produceren van wijn en olijfolie. Deze productie zal voornamelijk gebruikt worden voor uitvoer naar de Europese markt.

Nu bereiken we een vallei nabij de Neretva rivier. Deze vallei is 100 km² groot en wordt ook wel het Californië van Kroatië genoemd. Vroeger was deze vallei moerasgebied. De 218 km lange Neretva rivier heeft zijn bron in Bosnië-Herzegovina en zijn monding hier in de Adriatische zee. Dit is hier een vruchtbaar gebied, dat na de 2de wereldoorlog is gebruikt. Er worden hier allerlei vruchten gekweekt, zoals mandarijnen, appelsienen, citroen, pruimen, kiwi,…. Er lopen verschillende kleine rivieren (Delta-armen van de Neretva rivier) in dit gebied. Men gebruikt hier tijdens de oogst typische boten met een platte bodem, waarmee men 300 kg kan vervoeren. Men kan de oogst overzetten op een andere type boot, die 3 ton kan vervoeren. In de moerassige wateren van de rivierdelta vangt men forellen en kikkers, die dan ook tot de regionale culinaire specialiteiten behoren.

In het dorp Ploce zien we hier een industriehaven. Dit is de 2de grootste haven van Koatië. Deze haven wordt niet alleen gebruikt voor commerciële doeleinden, maar ook voor militaire doeleinden. Het dorp Ploce heeft zich vooral ontwikkeld na de 2de wereldoorlog. Verder zien we ook een spoorlijn die vanuit Sarajevo en via Mostar naar de kust loopt. Ik zie regelmatig hier en daar een vervallen huis langs de weg.

Een beetje later passeren we de meren nabij het dorp Bacina. Hier zijn er 6 meren met elkaar verbonden en het diepste punt in het meer is 34 m. Op deze plaats stoppen we om foto’s te nemen en te genieten van dit prachtig uitzicht.

De kustweg kronkelt zich over tientallen kilometers en we naderen de barokstad Makarska, welke we gaan bezoeken. Dit is hier de best ontwikkelde badplaats in Midden-Dalmatië. De 13000 inwoners tellende stad ligt langs een rustige baai, die wordt ingesloten door een heuvelachtig schiereiland. Aan de achterkant vormen de ruige, kale wanden van het hoogste deel van het Biokovo-gebergte een magnifiek decor. De berg Sveti Jure is met 1762 m de hoogste top van dit Biokovo gebergte. Hier komen veel sporters naar toe om te trainen op grote hoogte.

Je kan flaneren op de kade langs de baai met schepen, opgesmukt met een rij palmbomen, leuke terrassen en restaurants. In de straatjes achter het havenfront is het aangenaam slenteren. Zo ben ik terechtgekomen op het centrale stadsplein waar, zoals te verwachten, een kerk staat. Ziezo, weer een foto van een kerk genomen voor in mijn collectie. Er zijn hier meerdere kerken te vinden in Makarska. Kerken vinden in Kroatië is geen moeilijke uitdaging hoor. Dit is de barokke parochiekerk Sint-Marcus. Voor de kerk zien we het standbeeld van een franciscaan, die in de eerste helft van de 18de eeuw een boekwerk in dichtvorm in het Kroatisch schreef over Slavische heldendaden tegen de Turken. Naast de kerk was er nog een markt aan de gang.

Voor de kerk zag ik op een palmboom doodsberichten geplakt. Ik heb ook doodsberichten gezien op een paneel aan de zijgevel van een huis, langs de kade. Hier worden er geen doodsbrieven per post naar de mensen gestuurd. De doodsberichten worden op verschillende plaatsen zichtbaar gemaakt. In Kroatië is men enorm katholiek en wil men begraven worden. Crematie kom je hier enkel maar tegen in de hoofdstad Zagreb. De overledene moet hier binnen de 2 dagen begraven zijn.

Bij het wandelen hier in de smalle straten ben ik een vis en krabben museum tegen gekomen. Er is een kleine vitrine waar je enkele zee dieren en schelpen kan zien, om je warm te maken voor een bezoek aan dit museum. Hier in Makarska kan je ook een schelpen en mosselmuseum vinden. Verder zat er hier nog een kunstenaar in de straten zijn uitgestalde schilderwerken aan het verkopen aan de voorbijgangers.

Makarska zelf was vroeger een piratennest. Nadat de Romeinse nederzetting op deze plaats in 548 verwoest was, trokken Slaven de regio binnen die zich vanuit Makarska toelegden op het plunderen van Venetiaanse schepen. In 887 versloegen ze zelfs een complete Venetiaanse vloot, waarna Venetiaanse schepen gedwongen werden tolgeld te betalen bij het passeren van Makarska.

Aan een benzinestation heb ik gezien dat er nog persoonlijke bediening is aan de pomp. De pomphouder vult zelf je tank. Ik zag in dit pompstation dat er 3 jonge dames aan het werk waren om de ruiten van de wagens te kuisen.

Bij het verder rijden richting Omis, komen we een plaats tegen waar er een brand is geweest in de natuur. De verschillende cipressenbomen en dennenbomen zijn afgebrand. Er zijn hier afgehakte bomen te zien. Men gaat ze verwijderen om er vervolgens nieuwe bomen te planten. Het kan tot 50 jaar duren voor zich hier alles weer hersteld. We zitten hier in een gebied met een groot gevaar voor branden. Er is hier regelmatig in de zomer kans op hittegolven boven de 40 graden, wat de kans verhoogd voor bosbranden. Men heeft hier een droge mediterrane vegetatie. Pas op met het aansteken van je BBQ en met je sigarettenpeuken. Nabij Split vloog er een watervliegtuig naar de zee om er een grote hoeveelheid water op te scheppen en het vervolgens te brengen naar de andere kant van de heuvel of berg waar er rook was te zien. Dit bevestigd dat er hier in dit gebied een groot brandgevaar is.

Voor de kust ligt het eiland Brac. Dit is het grootste eiland van Midden-Dalmatië en het derde eiland van Kroatië. Dit eiland is in tegenstelling tot andere minder langwerpig. Je kan hier steengroeven vinden, waar er al sinds de Romeinen hoogwaardige steen wordt gewonnen.
Een bijzonder exportproduct: krijtsteen, gebroken wit en van perfecte kwaliteit. Keizer Diocletanus, die we beter gaan leren kennen in Split, liet veel steen uit de steengroeven van Brac aanrukken voor de bouw van zijn enorme paleiscomplex in Split. Andere befaamde bouwmeesters verwerkten het materiaal in bouwwerken in oa Sibenik en Trogir. Deze stenen worden ook gebruikt bij de constructie van gebouwen in Europa. Zelfs is het gebruikt bij de bouw van het Witte huis in Washington. Nu weten we ook waar al die stenen vandaan komen voor al die kerken hier!

In de stad Omis zien we de vissersboten en plezierboten dobberen langs de kade. Omis was vroeger, zoals Makarska, ook een piratennest. Er werden schepen geplunderd die hier voorbijkwamen. Hier stappen we over op een boot die een stukje zal varen op de Cetina rivier en ons naar het restaurant zal brengen. De monding van deze rivier is hier in Omis. Het dorp ligt hier bovendien onder aan ruige steile hellingen. Hoog boven de rivieroever verheft de schilderachtige Venetiaanse burcht van Omis zich op een rotspunt. Boven op de burcht zie je de Kroatische vlag wapperen.

Kroatië maakt sinds 1848 gebruik van vlaggen in de kleurencombinatie rood-wit-blauw. Het opnemen van de kleuren rood, wit en blauw in de Kroatische vlag is verre van origineel, niet alleen omdat veel andere Slavische staten deze kleuren in hun vlag hebben, maar ook veel niet-Slavische staten. De Kroatische schrijver Miroslav Krleza zag in de driekleur de drie symbolen van de Kroatische geschiedenis en het Kroatische volk: rood staat voor het bloed van de Kroatische martelaren, wit voor de vredelievendheid van de Kroaten en blauw voor de Kroatische onderwerping aan God.

Zo is de Kroatische vlag zonder wapen bijna identiek aan de Nederlandse vlag. Hierdoor wordt de Kroatische vlag in Kroatië vaak niet als het primaire nationale symbool gezien. Die status valt toe aan het nationale wapen in het midden van de vlag. Het wapen van Kroatië is het onderscheidingskenmerk van de Kroatische vlag en bestaat uit één groot schild en vijf kleine schilden die samen een kroon boven het grote schild vormen. Het grote schild toont een rood-wit schaakbordpatroon dat bestaat uit dertien rode en twaalf zilveren (witte) velden. Het schaakbordpatroon weerspiegelt het uiterlijk van de kievitsbloem, die soms geassocieerd wordt met het wapen. De vijf kleinere schilden symboliseren de vijf regio's die samen Kroatië vormen. Dat zijn, van links naar rechts: Zagreb en omgeving, Dubrovnik en omgeving, Dalmatië, Istrië en Slavonië. De huidige vlag werd ingevoerd op 22 december 1990, tien maanden voordat het land zich onafhankelijk van Joegoslavië verklaarde.

Er vliegen hier blauwe libelles over het wateroppervlak van de rivier. Langs de rivier zien we gebouwde houten kotjes staan waar de vissers zich in verschuilen. Men zit van hieruit rustig te vissen. Moesten de vissers zich langs de rivier zetten, dan beweegt ook de schaduw van hun lichaam en kan het zijn dat ze hierdoor de vissen gaan wegjagen. Door dit houten kotje is er een vaste schaduw op het wateroppervlak, waardoor er meer kans is dat ze vis vangen. Misschien beschermen ze zich ook tegen de brandende zon. Ik heb zelfs iemand gezien die zat te vissen op een zelfgemaakt ponton.

Een beetje verder was er langs de rivier een party aan de gang. De opgeblazen ballonnen gingen hier buiten en de kinderen waren aan het zwemmen in de rivier. Waar is dat feestje? Daar, een beetje verder in het restaurant, is dat feestje voor ons. We verwachten ons aan een feestelijke Kroatische maaltijd.

Als voorgerecht kregen we een stevige soep. Deze stevige soepen zijn populair hier in Kroatië. We kunnen smullen van de “lota”, een Istrische bonensoep met zuurkool. De pot op onze tafel was bijna leeg. Alé, bijna is toch nog tamelijk veel. Als hoofdgerecht krijgen we een pot, waar er stukken lamsvlees en aardappelen in liggen. Lamsvlees stamt vooral uit de Balkan keuken. Daarnaast krijgen we nog groenten, waaronder salade en witte kool. Wat zijn die aardappelen toch zout! Er wordt zowel witte als rode Kroatische wijn op de tafel geserveerd.

Aan vleesgerechten kent Kroatië voornamelijk rundvlees-, varkensvlees- en lamsvleesgerechten. Aan gevogelte bereidt men achter het Kroatische fornuis vooral ganzen, eenden en kalkoenen. Kippen worden iets minder genuttigd. In het binnenland worden doorgaans meer vleesgerechten gegeten dan langs de kust. In de kuststreken kan je prima vis eten. In de Adriatische zee zwemmen naar schatting zo’n 365 soorten eetbare vis rond, dus één soort voor elke dag van het jaar. Uit de balkan keuken stammen onder andere volgende gerechten: “geroosterde vleesspiezen”; “geroosterde en gekruide balletjes gehakt met rauwe ui”; “een platte rundergehaktschijf”; “kaas of vleespasteitjes”. De Kroatische keuken is beïnvloed vanuit drie richtingen. Invloeden van de Italiaanse keuken (risotto’s, pastagerechten); van de Hongaarse keuken (goulash en stoofpotten met paprika’s) en van de Oostenrijkse keuken (schnitzels, strudels, zuurkoolschotels).

Verder hebben we nog een kijkje kunnen nemen in de plaatselijke bakkerij, waar ze op een hete plaat (verwarmd met houtskool) een koepelvormig brood aan het bakken waren. Je kan hier het koepelvormige deksel zien die ze dan over het deeg zetten.We kregen hier bij het eten ook aan tafel grote stukken brood geserveerd.

We varen nu terug met de boot naar de stad Omis en vertrekken verder naar Split, met meer dan 200000 inwoners, na Zagreb de tweede grootste stad van Kroatië. Split is ook de belangrijkste havenstad van het land.

We komen aan in een top hotel nabij Split. Alé, toch top in de jaren zeventig. Nu iets minder top. De vensterdeur naar het balkon zat tamelijk vast en spande. Vroeg of laat heeft een klant de vensterdeur in zijn hand bij het openen ervan. Er kwam eerst geen water uit de kraan. Na nogmaals proberen lukte het wel. Slechte ontvangst van de TV. Meer ruis dan een goed beeld op het scherm. Ik zag een aaneen geknutselde antenne kabel naar de TV lopen. De meeste hotels op deze rondreis gebruiken nog een ouderwetse sleutel ipv een elektronische toegangskaart. De deuren naar de badkamer zijn soms tamelijk smal. Je mag bij aankomst in het hotel beginnen te werken door zelf je valies en bagage te dragen van de bus naar het hotel en je kamer. Er zijn hier geen kruiers die je valies naar uw kamer brengen.

Bij aankomst in het restaurant schrijven ze alle nummers van de kamers op. Je kan zelfs een willekeurig kamernummer opgeven. Je geraakt zo binnen in het restaurant. Hier was het eten in buffetvorm en je kreeg onmiddellijk een refter gevoel, zoals vroeger in mijn schooltijd. Men rijdt hier in het restaurant tussen de verschillende tafels rond met refterkarretjes. Men komt de drank op een refterkarretje aanbieden en eveneens het afruimen van de tafels gebeurt met dit karretje.

Leuk om te zien in de aankomsthal van dit hotel, is dat de kinderen op een speelgoedpaard hier rond bewegen. Terwijl ze op het speelgoeddier zitten bewegen ze met hun beide voeten het speelgoeddier voort. Wie wil dit hier ook eens proberen? Met de zebra of het tijgertje misschien.

Zo dames en heren. Goed geslapen. Niet slecht, maar kan altijd beter. Zoals het hotel zeker. We mogen niet klagen, want we vertrekken hier misschien met een openstaande factuur. Het avondeten hebben we alvast niet betaald. We gaan nu naar het oude centrum van Split. Onderweg zie je langs de weg soms tomatenkwekerijen.

De meeste nummerplaten van de wagens beginnen hier met ST. Dit is de afkorting van wagens die uit Split komen. Beginnen nummerplaten met DU, dan zijn dit wagens uit Dubrovnik. Verder staat er nog een sticker op de achterkant van de wagen. Voor Kroatië is dit HR. Neen, het zijn geen Hongaren. HR staat voor “Hrvatska”, zoals het land in het Kroatisch heet. Het is een oud Slavische taal en is de officiële naam van Kroatië. De benaming “Kroatië” is de internationale gebruikte naam voor het land.
De inwoners van de stad zijn echter vooral trots op de reputatie als sportstad. De stad heeft zeer goede basketbalspelers, een Wimbledon kampioen (Goran Ivanisivic) en de hoogspringster Blanka Vlasic voortgebracht. Sport nummer 1 is natuurlijk voetbal met de club Hajduk Split. Dit is al decennia een club met internationaal aanzien. Regelmatig zie je hier het logo van de club geschilderd op verschillende muren. Een ander grote club in Kroatië is Dynamo Zagreb. Er is een strijd tussen deze twee clubs om de beste te zijn van het land. Je kan het vergelijken met Club Brugge en die club uit het Brusselse, euh euh …, die club uit het Brusselse. De reisleider Branko kon op de naam niet komen, het is Sporting Club Anderlecht.

Buiten het stadscentrum zie je grauwe, grijze en lelijke hoge appartementsblokken. Die zijn grotendeels in het oude, socialistische Joegoslavië gebouwd. Wij zijn nu terecht gekomen in het oude centrum van Split aan de haven. Hier bevinden zich de overblijfselen van een Romeinse stad aan de Adriatische kust. Split dankt zijn bestaan in feite aan de Romeinse keizer Diocletianus (245 – 313 na Chr.). Keizer Diocletianus besloot een enorm paleis voor zichzelf te laten bouwen hier. Hij kon vanuit het nieuwe paleis invloed in het rijk blijven uitoefenen. De bouw van het paleis startte in het jaar 295. In 303 was het gigantische optrekje van de keizer gereed. In 305 trad Diocletianus af, na een regeerperiode van 22 jaar. Hij kon nog een jaar of acht van zijn paleis genieten, maar na zijn dood werd het niet meer gebruikt door andere Romeinse of Byzantijnse keizers. Over zijn dood is er nog onduidelijkheid. Sommige beweren dat hij vermoord werd, anderen zeggen dat hij gestorven is aan een natuurlijke dood. Door binnenvallende Slavische stammen in de 7de eeuw in de regio, vluchtten de inwoners naar het voormalig paleis, want achter de hoge vestingsmuren waren ze veilig. Er verrezen kerken en bestuursgebouwen tussen de muren van het Romeinse paleis. In de 17 de eeuw trok men extra verdedigingsmuren rond de stad op tegen Osmaans-Turkse aanvallen.

Direct aan de havenboulevard staat nog altijd een groot deel van Diocletianus oorspronkelijke paleis overeind. Het leuke eraan is dat het al zeventien eeuwen lang gewoon in gebruik is, als woonwijk, als werkplek en als religieus centrum. Daardoor is binnen de oorspronkelijke paleismuren een levendige, intrigerende mix aan gebouwen en gebruiksfuncties ontstaan. Er wonen nog altijd zo’n drieduizend mensen in de oude stad, je kunt er winkelen, op een terrasje neerstrijken. Dat alles te midden van eeuwenoude zuilen, friezen, bogen en gewelven. Het mausoleum van Diocletianus werd getransformeerd tot kathedraal, welke een van de oudste katholieke kathedraal is ter wereld. De gehele oude stad van Split staat overigens op de werelderfgoedlijst van de Unesco.

Het paleis dat Diocletianus liet bouwen, had een rechthoekig grondplan. Het zag er vanbuiten meer als een fort uit. Het was in totaal 31000 m² groot en mat 215 m van oost naar west en 181 m van noord naar zuid. De muren waren 2 m dik en op het hoogste punt 26 m hoog. Zestien verdedigingstorens moesten aanvallers buiten de deuren houden. Aan alle vier kanten bezit het paleis van Diocletianus een toegangspoort. De noordelijke poort heette de Gouden poort, de oostelijke was de Zilveren poort, de westelijke was de IJzeren poort en de zuidelijke (zee)poort de Bronzen poort.

Hier krijgen we rondleiding van de locale gids Nives. We wandelen eerst naar de langwerpige binnenplaats waar de twee centrale straten door de stad elkaar kruisen. Dit plein is het peristylium. Op de trappen links en recht hebben ze éénpersoons zitmatten gelegd met in het midden een tafeltje. Dit is het terras van een café en de belangrijkste ontmoetingsplaats voor de inwoners van Split. Via deze binnenplaats kunnen we via trappen naar de ingang van Sint-Domniuskathedraal. Hier kijken oude granieten sfinx beelden voor de overdekte trap uit over het plein. De ingang bereik je onder de mooie, opengewerkte Romaanse campanile door. Vanaf de 13de tot de 17de eeuw werd gewerkt aan deze markante kerktoren, onmisbaar in de skyline van Split. Aan de linkerkant van de ingang van de kathedraal kan je het achthoekige mausoleum zien dat nog in goed staat is. De koepel wordt geschraagd door 24 Corinthische zuilen uit de 1ste eeuw voor Chr. Ik heb dan ook de schoonheid van deze kathedraal vanbinnen gaan bekijken.

Daarna zijn we in een ruimte onder de kerk geweest. Hier zien we enkel een beeld van een vrouwelijke patroonheilige. Op het beeld zag je dat ze met haar hand haar eigen ogen vasthield. Omdat ze niet wou trouwen met iemand heeft deze heilige figuur haar ogen verwijderd. Dat is het verhaal dat hierover de ronde doet.

We wandelen en bewonderen de verschillende bewoonde huizen hier in deze oude stad. De was hangt hier ook zichtbaar te drogen. We komen terecht in de cirkelvormige voorhal, welke de monumentale entree tot de keizerlijk paleisvertrekken was. Dit is de vestibule. Destijds was de hal versierd met beelden in de nissen, met mozaïeken en marmer. Nu kun je alleen nog granieten draagzuilen en het fronton met rondbooggewelf zien in de voor het overige kale ruimte. Een deel van de koepel is ingestort. Hier waren er enkele mannen, verschillende Dalmatische Klapa liederen aan het zingen. Terwijl je aan het genieten bent van deze liederen, neem gerust foto’s van de decoratieve stenen en de rondbooggewelf.

Via een trap komen we weer terecht op het peristylium, de langwerpige binnenplaats. Plots liepen hier mensen verkleed als Romeinse soldaten rond. Ook zag je op dit plein vrouwen rondlopen met kantwerk, om het te verkopen aan de voorbijgangers.

Vervolgens wandelen we door een smal straatje naar de voormalige Jupiter tempel, gelegen op een verhoging. Dit smal straatje ligt recht tegenover de kathedraalentree aan de overzijde van het peristylium. De tempel is herkenbaar aan een 5de eeuwse zuil, decoratiefriezen langs drie zijden en het in cassettes ingedeelde tongewelf binnen. Ervoor ligt eenzelfde granieten sfinx als bij de kathedraal, ditmaal zonder hoofd. In de 7de eeuw transformeerde het bisdom de tempel tot doopkapel van Johannes de Doper. Twee sarcofagen met bisschoppelijke resten en een beeld van Johannes de Dooper flankeren de kruisvormige doopvont in het midden.

Achter de Jupiter tempel loopt het smalste straatje van Split, dat voor de hand liggende redenen de naam “Laat me passeren straat” kreeg. We kunnen maar 1 voor 1 door dit straatje.

We zijn naar de noordelijke stadspoort geweest of de Gouden poort. Deze heeft geen verdedigingstorens meer, maar ziet er voor de rest nog goed uit. De muren aan weerszijden van de poort laten diverse latere reparaties zien. Ruim 30 m voor de poort blikt een bijna apocalyptisch kijkende bisschop Gregorius op de muren van de oude stad. Gregorius was een Kroatische bisschop uit de 10 de eeuw, die zich verbeten inzette voor het gebruik van het Oud-Kroatisch in de liturgie. Gregorius linkerteen zie je blinken. Men gelooft hier dat het aanraken van deze teen geluk brengt. Ik heb deze teen ook aangeraakt. Oei, wat is deze teen warm door de zon. Je kan je hand zeker niet lang op zijn hete linkerteen houden. Als je een foto wil nemen met je hand op zijn linkerteen, haast je dan. En nu kijken welk geluk ons te wachten staat.

Een beetje verder van het standbeeld van bisschop Gregorius zien we de 15de eeuwse Sint-Bendictuskerk.

Aan de oostelijke zijde staan de stadsmuren nog fier overeind. Aan deze zijde heb je een levendige dagelijkse grote markt.

Vanaf de zuidelijke (zee)poort langs de boulevard kun je rechtdoor door een gang met aan weerszijden souvenirkraampjes naar de trap die naar het langwerpige binnenplein of peristylium leidt.

In Diocletanius tijd kwam de zee hier tot onder aan de paleismuren. Bovenin bevonden zich 42 ramen, zodat de keizer altijd een mooi uitzicht op de zee en de eilanden voor de kust had. De openingen van de zuilengalerij langs het water zijn in de 18de eeuw opgevuld met gevels van huizen die ertussen gemetseld werden. De bronzen poort of de zuidelijke (zee)poort was de poort waarvoor bevoorradingsschepen afmeerden om hun goederen te lossen. Ga je de poort door, dan kwam je terecht in de voorraadkelders van het paleis. In de kelder zit je hier onder zeeniveau. Daarboven bevonden zich de keizerlijke woon- en leefvertrekken en ontvangstruimten.

Direct na de poort kun je naar links en rechts de keizerlijke keldergewelven bezoeken. Het is hier aardig dwalen door het labyrint aan gangen, ruimtes en rondbogen. Je kan hier informatieborden zien met uitleg over de historie en de opbouw van het paleis. Je kan op een kaart de ligging van de vroegere aquaducten zien. De aquaduct kwam hier uit in de kelder. We zagen enkel nog een waterput, waarin er geld geworpen was. Momenteel zijn er nieuwe rioleringen in de kelder aangebracht. In deze kelder merkte je ook dat de grote stenen op elkaar gelegd werden zonder cement of bindmiddel ertussen. Voor het maken van de ronde gewelven werd er wel een bindmiddel en speksteen gebruikt. Op sommige plekken zie je dat ze renovaties gedaan hebben. De verschillende gaten die je in verschillende muren op een rij ziet zitten dienden voor de verluchting. Als we langs de zuidelijke kant in de kelder liepen dan voelde dit hier warmer aan. Verder kwamen we hier ook het borstbeeld en de stamboom van Diocletianus tegen. In de kelder stond er ook ergens in een donker hoekje een pers voor het produceren van olijfolie.

We nemen afscheid van de locale gids Nives aan een maquette van de oude stad nabij de zuidelijke poort. Hier hadden we nog vrije tijd om de verschillende andere prachtige gebouwen, zoals oa het raadshuis, te bewonderen met prachtige versieringen op de gevels.

Om 12 uur in de namiddag zijn we naar het langwerpige binnenplein geweest om er een spektakel te zien, waarbij er aflossing was van de wacht met veel trommelgeroffel en de keizer Diocletanius met zijn vrouw ten tonele verscheen. Het applaus van het publiek voor hem was maar zwak. De keizer bracht de duim naar beneden. Een luider applaus nu van het publiek en zijn duim ging nu de hoogte in. Nadien verdween hij weer via de cirkelvormige voorhal of vestibule.

Juist op tijd in de bus en we kunnen nu vertrekken richting de meren van Plitvice. We rijden nu weg van de kuststreek. Een beetje later, juist buiten Split, passeren we een industriële zone of een industrieterrein, nabij Dugopoije. Voor de jaren 70 waren er veel fabrieken aan de kust. Na de opkomst van het toerisme in de jaren 70, zijn de fabrieken meer opgeschoven naar het binnenland. Men wou de Adriatische kust mooi houden voor het toerisme.

We beginnen nu meer te rijden in een bergachtig landschap. We moeten nu met de bus door tunnels rijden in het berglandschap. De langste tunnel hier is 5681 m lang. Het lijkt wel een kerstsfeer hier in de tunnels met al die verschillende gekleurde verlichtingen. Ook kunnen we de temperatuur aflezen op elektronische informatieborden over het wegdek. In Split was het nog 29°C. De temperatuur is ondertussen al gedaald naar 25°C.

Je kan ook meer groene bomen zien op de bergflanken. De mensen in deze regio leven van de veeteelt en de landbouw. Alhoewel er weinig vee te zien is. Men laat de dieren meestal op stal staan, omdat het te warm is voor de dieren in de zomer. Men moet voor schaduw zorgen voor het vee. Het is ook mogelijk dat ze in de zomer het vee hoog in de bergen zetten of in de winter in de vallei. Het zijn vooral geiten en koeien die men in de veeteelt gebruikt. Er worden vooral kazen gemaakt. De geitenkaas is hier een specialiteit van de streek en kan je hier kopen. We beginnen ook velden te zien waar het opgerolde hooi ligt.

Plots passeren we een militair vliegveld. Dit was een ideale plaats, want het was een verborgen plaats in de bergen. Dit vliegveld werd vooral gebruikt tijdens de oorlog in de jaren 90.

Vervolgens werd er door de reisleider een woordensalvo afgeschoten op ons, met uitleg over de oorlog. Amaai, de oorlog ligt hier zwaar op de maag. De “mitraillette” van woorden stond niet stil. De slechte “economiesche” situatie en de …euh euh… politiesche macht (lees politieke leiders) zijn de schuld van de oorlog. Er was in het land geen “brood en melk” en dit zorgt voor problemen bij de bevolking in het land. De gewone mens moet altijd lijden en de dikke nekken in de politiek maken hierover ruzie. Als er “brood en melk” is of als er genoeg te eten is dan kunnen er geen problemen zijn in een land. Dus een land zonder regering, maar met voldoende eten voor de bevolking, heeft geen problemen. “Precies Precies” zou de reisleider zeggen.

Na de oorlog is het land misschien wel 30 jaren terug in de tijd gebracht. Vele jongeren wilden het land verlaten. Men was op zoek naar een beter perspectief, men had behoefte aan een maatschappelijk kader met stabiliteit en rust. Dit kader ontbrak na de oorlog. Zo is de reisleider na de oorlog ook naar Nederland gaan werken en studeren, waar er wel stabiele maatschappelijke kaders waren om zich te ontplooien.

Na de tweede wereldoorlog was Joegoslavië toch vooral een strakke eenheidsstaat met een centralistisch gezag in Belgrado, onder leiding van maarschalk Tito. Tito’s binnenlandse politiek kenmerkte zich vanaf de jaren vijftig door socialistische experimenten als het arbeiderszelfbestuur en de invoering in de jaren zestig van een socialistisch marktsocialisme. Het marktsocialisme betekende dat de meeste prijzen werden losgelaten, dat bedrijven zelf over uitbreidingen mochten beslissen en dat ze zelf zaken mochten doen in het buitenland. Tito heeft vrijheid aan de mensen gegeven. Tito moest verder balanceren tussen de verschillende etnische belangen in zijn multi-etnische land. Zo voorkwam hij ook dat de Servische dominantie over de andere volkeren te groot kon worden. Toch kon de maarschalk niet voorkomen dat er onderhuids etnische spanningen bleven broeien en dat er toenemende economische spanningen tussen de republieken ontstonden. Hij was ook een goede onderhandelaar tussen het oosten en het westen tijdens de koude oorlog. In 1980 overleed de maarschalk.

Na de dood van Tito ging het verder bergafwaarts met Joegoslavië. De opvolgers van Tito konden geen greep krijgen op de achteruithollende economie en op het etnische vraagstuk.
Kroatië riep zich na een volksraadpleging over de staatkundige toekomst in mei 1991 uit tot onafhankelijke natie en scheidde zich samen met Slovenië op 25 juni 1991 van Joegoslavië af.
Toen braken er in Kroatië heftige gevechten uit. Er leefden nog omvangrijke Servische minderheidsgroepen in Kroatië. Meer dan 10000 mensen hebben het leven gelaten en in de strijd zijn er tienduizend huizen verwoest. VN-blauwhelmen trokken de Servisch-Kroatische gebieden in om te pogen wapenstilstanden te handhaven. Dit met wisselend succes.

We rijden nu in bosrijke gebieden en je krijgt meer een gevoel dat je in Zwitserland of Oostenrijk terechtkomt als je naar de huizen kijkt. De huizen langs de weg hebben houten balkons en de zijgevel is ook van hout gemaakt. Ook de gevel van ons hotel hier, nabij de Plitvice meren, is voornamelijk uit hout gemaakt.

Na het avondeten zijn we naar de bowlingzaal geweest. Hier hebben de bowlingbanen geen gaten in de bal en iedere speler heeft een aparte baan voor zichzelf. Elke speler beschikt dus over evenveel bowlingballen, waarmee ze zoveel mogelijk punten konden scoren tijdens het spel.
Hier was er ook een ruimte waar er een pingpong tafel stond. Daar had ik wel zin in. We organiseerden een pingpong duel (dubbelspel) tussen de Kroaten (reisleiders en buschauffeur) en de Belgen (mezelf en medereizigers). Veel ruzie bij de Kroaten wie er op de bal moest slaan. Zo is winnen gemakkelijk hé! Op een gegeven moment moesten we beginnen te meppen op de muggen in de ruimte.

In Kroatië zijn er 8 Nationale natuurparken. Er bevinden er zich vier aan de kust en vier op het vasteland. In het hotel zagen we al een grote beer staan. We zullen hier op berenjacht moeten gaan! Ook op het logo van de Plitvice meren staat er een afbeelding van een beer. Er zitten wel beren in deze groene bosrijke regio, maar niet zozeer waar wij gaan wandelen rond het Plitvice meer. Ze zijn verjaagd door de wolven.

De volgende dag wandelen we naar de stopplaats van oubollige treintjes, die ons naar het punt zullen vervoeren waar het hoogste meer zich bevindt. Het treintje zat overvol. De deuren van het treintje konden nog juist dicht.

Hier lopen via tientallen grote, kleine, brede en smalle watervallen de meren in elkaar over. Overal stroomt, spettert en bruist het glasheldere water, dat bijna onwaarschijnlijk blauwgroen kleurt. De onwezenlijk blauwgroene kleur van het water in de meren wordt veroorzaakt door bepaalde algentypen die erin voorkomen. Het doet me denken aan de film “The blue lagoon”.

Er is hier een uitgebreid stelsel van wandelpaden aangelegd langs de meren, nabij de watervallen, over meertjes, vijvers en poelen. We blijven de wandelpaden volgen tot op de plaats waar er overzetboten zijn. Op het hoogste meer zie je nog rimpelingen op het wateroppervlak en het waaien van de bomen door de wind. Op de lagergelegen meren merk je stil water. De winden zullen nu van ergens anders vandaan moeten komen. Terwijl je langs de meren en watervallen wandelt fladderen vlinders, libelles en vogels in het rond. In het water kan je duidelijk grote en kleine forellen zien zwemmen.

Je merkt ook dat het park proper gehouden wordt en dat er geen vuil te bespeuren is langs de wandelpaden. Met uitzondering van een weggeworpen blikje dat ik toch gezien heb. Je mag hier niet roken in het park en toch kwam je mensen tegen die zaten te roken. Foei Foei Foei!

Het park is het hele jaar open. Niet alleen in de zomer en het voorjaar is dit gebied prachtig. In de herfst zijn de gemengde bossen met schitterende najaarskleuren getooid. In de winter kan een dik pak sneeuw het gebied weer een totaal ander uiterlijk geven.

Met een overzetboot worden we naar de andere kant van het meer gebracht. Hier kunnen we picknicken. Hier kan men vooral “Mcdonald” fast food gerechten kopen. Een hamburger met frietjes bijvoorbeeld. De natuur is hier prachtig en het is dubbel en dik genieten van de natuur. Je kan hier tijdens de maaltijd in stilte genieten van de zichtbare bergtoppen.

Je ziet hier veel mensen aan het wachten om de overzetboot te kunnen nemen. Met het kruisje op de boot lijkt het wel een bedevaartsoord.

Vervolgens wandelen we nog verder naar beneden langs de meren. Op een bepaalde plaats aan een grote waterval hebben we de groepsfoto laten maken. Vooral bij het kijken van op een hoger gelegen plaats naar de benedenmeren, dan heb je een adembenemend uitzicht. Wow! Prachtig. Hier beleef je een reisorgasme. Om het met de woorden van de reisleider te zeggen: “De Plitvice meren … euh euh … De Plitvice meren … euh euh … zijn fantastiesch”

Vervolgens hebben we nog een film gezien over de Plitvice meren met muziek van de “4 jaargetijden”. Op ene gegeven moment was het beeld zonder klank. Ja, het kan altijd beter, maar het kan ook slechter.

Verder kon je hier ook Plitvice strudels kopen aan een kraam.

Nadien gaan we met een treintje terug naar de startplaats, nabij het hotel. Ditmaal is het vervoer in eerste klasse, want er is nu voldoende plaats om te zitten. Gelukkig, de beren en de slangen zijn we niet tegengekomen.

Tijdens het avondeten hebben we nog een forel op ons bord gekregen. Mmm lekker.